Politiek is de uitdaging om ‘stad en staat’ goed te besturen, waarbij kunde, ervaring en maatschappelijk draagvlak essentiële ingrediënten zijn. De representatieve democratie is daarbij een middel, zeker geen doel op zich.
“Verkiezingen staan niet vanzelfsprekend gelijk met democratie.”
Onze zorg voor Afrika, onze vreugde over de Arabische lente stopt al te vaak bij de vraag naar vrije verkiezingen. Naïef en verbaasd zijn we, telkens als er na verkiezingen nieuwe vormen van intolerantie of discriminatie, zelfs despotisme, te voorschijn komen. Verkiezingen volstaan niet noch zijn ze een garantie voor goed bestuur.
Ook aan de andere kant van de Atlantische Oceaan worden vragen gesteld bij de werking van de representatieve democratie. Met enige desillusie schrijft Jeffrey Sachs in zijn laatste boek ‘The Price of Civilization’ dat in de Verenigde Staten de verkiezingen verveld zijn tot een keuze uit (twee) kandidaten gesponsord door big business. Wie kan daar vandaag nog een verkiezingscampagne van meer dan één miljard dollar financieren zonder machtige sponsors?
Zijn nuchtere analyse toont aan dat – in de VS – prioriteiten van de belangengroepen die de verkiezing van een president (financieel) mogelijk hebben gemaakt, zeer zwaar doorwegen op diens politieke agenda. Ongeacht of het Republikeinen of Democraten zijn.
Verkiezingen staan dus niet vanzelfsprekend gelijk met democratie. Ze zijn een belangrijk hulpmiddel, dat steeds meer zijn beperkingen laat zien in een wereld waar de verkozenen steeds minder gewicht in de weegschaal (kunnen) leggen.
De mondige burger
Gedurende drie jaar heb ik als gemeenteraadslid in Antwerpen een politiek mandaat bekleed. Ik heb er veel geleerd, over mijn stad, maar ook over het dilemma van elke hedendaagse politicus: loyaliteit ten aanzien van de partij of coalitie versus rechtlijnigheid, visie versus het voorbereiden van de volgende verkiezingsveldslag. Ik houd er geen goedkoop misprijzen ten aanzien van de politici aan over, eerder een groot begrip voor de moeilijkheid om hun mandaat gedegen uit te voeren. Ik heb er geleerd dat diegenen die het meest kritiek spuien op politici vaak het meest zorgeloos met hun stemplicht omgaan: blanco of proteststem, maar bijna altijd zonder engagement om zelf een bijdrage te leveren.
Als mede-initiatiefnemer van Forum Mobiliteit Regio Antwerpen 2020 (Forum 2020) heb ik vastgesteld dat burgers ook buiten een verkozen mandaat samen een belangrijke bijdrage kunnen leveren door concrete en onderbouwde voorstellen aan te leveren. Tot grote spijt werden deze voorstellen door de Vlaamse regering nooit ernstig genomen, met als gevolg inertie en – de facto – besluiteloosheid door gebrek aan maatschappelijk draagvlak sinds verschillende jaren.
Terwijl technologie en globalisering in het verleden hoofdzakelijk werden begrepen als een voorrecht van grote instellingen (multinationals, maar ook nationale overheden) en de gewone burger naar de zijlijn werd verwezen, creëren de nieuwe vormen van informatie- en communicatietechnologie vandaag hefbomen om acties op touw te zetten waarmee zowel big business als big government het nog altijd moeilijk hebben.
Via sms en Twitter worden revoluties ontketend. Internet en sociale media wijzigen fundamenteel het spel voor bestaande machtsstructuren. Zonder Google Earth, het gebruik van softwarepakketten, e-mail-communicatie en -overleg, plus een eigen website zou het voor het Forum 2020 en de actiegroepen waarmee het samenwerkt onmogelijk zijn geweest uitgewerkte alternatieven op tafel te leggen én brede lagen van de bevolking ervoor te mobiliseren.
De representatieve democratie is geen blanco cheque waarbij men zonder gedegen onderbouw en motivering gelijk welke beslissing kan nemen. Openbaarheid van bestuur gekoppeld aan mondige burgerinitiatieven leidt tot een nieuwe vorm van meer participatieve democratie.
Het moet van twee kanten komen
In zijn kritiek op het initiatief G1000 plaatst Raf Geenens (DS 4 november) de Romeinse ‘intellectuele traditie’ tegenover de Atheense participatieve oorsprong van onze democratie. “De ongeduldige passies van de massa, evenals de machtswellust van de elites moeten worden gecounterd door procedures die traag, ingewikkeld en voor alle partijen frustrerend zijn”, aldus betrokkene. Daarom is volgens hem een representatieve democratie (een soort Democratie 2.0) beter dan een directe democratie. Verkiezingen zijn volgens hem een maatschappelijk ritueel waarbij de gelijkheid tussen burgers tastbaar wordt. Ik ben het daar niet mee eens.
Tijd voor Democratie 3.0: een overlegdemocratie waarbij de verkozenen geregeld en onder meer met behulp van nieuwe informatie- en communicatietechnologie zullen terugkoppelen naar de bevolking. Zo vermijd je dat het verkozen beleid zich opsluit in de ivoren toren van de eigen agenda. Democratie 3.0 houdt ook in dat de burger zijn houding moet veranderen. Ik volg de analyse van Jeffrey Sachs in voornoemd boek: echte democratie vereist dat de burger door betrokkenheid, inzet en civisme op continue wijze mee sturing geeft aan diegenen die gemandateerd worden om het bestuur van stad, staat of internationale instelling waar te nemen.
Enkel daarom al is de G1000 een waardevolle en zinvolle bijdrage voor meer democratie. Voor het vinden van een juist evenwicht tussen efficiëntie, billijkheid en duurzaamheid bestaat er geen wonderformule. Ook niet in de Democratie 3.0.
Christian Leysen – Ondernemer
Verschenen in De Standaard van 8 november 2011